In de jaren 70 van de vorige eeuw werden grote mainframes gemeengoed in diverse grote bedrijven. Hierna kwam een nieuwe trend op gang: individuele computers. Diverse fabrikanten kwamen met eigen modellen en besturingssystemen met de daarbij behorende uitwisselingsproblemen. Bekende computers waren bijvoorbeeld de Apple II, de Commodore PET en de Altair 8000. Alles zou veranderen in 1981, toen IBM met de Personal Computer kwam. Samen met het besturingssysteem MS-DOS van Microsoft een gouden combinatie, die uiteindelijk de standaard voor bedrijven zou zetten.
Computers voor thuis
Met de exponentiële groei van de computermarkt kwam er aan het begin van de jaren ’80 een nieuwe vraag op: zou een computer ook interessant zijn voor de thuisgebruiker? Met die gedachte ontwikkelden diverse fabrikanten hun eigen versie van de home-computer. Het resultaat was een heleboel verschillende systemen met programma’s die onderling niet uitwisselbaar waren. Een programma dat het prima deed op de Commodore64 werkte in principe niet op een Sinclair of een Atari.
Werken naar een standaard
Het zou natuurlijk veel interessanter zijn als programma’s voor de ene computer het ook op de andere zouden doen. Het zou beter zijn voor de ontwikkeling van de software én dus beter voor de klant. Het idee ‘MSX’ werd geboren.
Die wil ik!
Vanaf het eerste moment dat er een computer arriveerde op de school waar ik werkte, ergens in het begin van de jaren ’80, wist ik: zo’n ding wil ik hebben en ‘temmen’. En met ‘temmen’ bedoel ik: het ding laten doen wat ik wil. Ik was enthousiast genoeg om ook zelf een home-computer aan te schaffen en dat werd een MSX.
De letters MSX staan officieel voor: Machines with Software eXchangeability, maar worden ook wel uitgelegd als: MicroSoft eXtended.
Een MSX was geen specifiek merk, maar een standaard, een concept dat door verschillende fabrikanten werd ondersteund. Deawoo, Philips en Sony, om maar eens een paar grote te noemen. MSX was een eerste poging tot standaardisatie. Een programma dat geschreven was voor een Philips-MSX draaide net zo goed op een Sony-MSX. Een van de partijen die meewerkte aan het concept MSX was Microsoft, dat o.a. voor het besturingssysteem MSX-DOS (DOS= Diskette Operating System) zorgde. Dit besturingssysteem kwam in basale vorm overeen met het MS-DOS, dat op de bedrijfscomputers draaide.
Populariteit
Het idee MSX sloeg aan in landen als Japan, Spanje, Nederland en Rusland. Helaas niet in Engeland en de Verenigde Staten, waardoor MSX niet de ontwikkeling heeft doorgemaakt die mogelijk was geweest. MSX concurreerde ook met de welbekende Commodore64 en de Atari. Deze beide merken hadden zelf succesvolle modellen op de markt gezet en voelden daardoor geen enkele noodzaak om in de MSX-standaard te stappen.
MSX-1 en MSX-2
In Europa zijn twee typen MSX verschenen: MSX-1 en MSX-2. Uiteraard werd MSX-1 tot het uitbrengen van MSX-2 gewoon aangeduid als ‘MSX’. Opvolgers van de MSX-2 zijn de MSX-2+ en de MSX-Turbo-R. Deze twee zijn wel in Japan, maar niet meer officieel in Europa uitgebracht.
Op een MSX-computer was het mogelijk een MSX-joystick aan te sluiten of een MSX-computermuis. Fabrikanten brachten ook monitoren en printers uit, speciaal voor de MSX.
MSX-1
- De MSX-1 is gebaseerd op de Z80-processor. Een populaire processor, die je bijvoorbeeld ook kon vinden in een andere homecomputer, de ZX-Spectrum.
- Maximaal 16 kleuren tegelijk op het scherm
- Hardware ‘Sprites’ (bewegende figuurtjes op het scherm). Je moest alleen de vorm wel zelf programmeren.
- Driekanaals geluid.
- Een schermresolutie van maximaal 256 bij 192 pixels.
- Het totale geheugen was 64 KB RAM, waarvan ook nog een deel werd gebruikt voor het eigen besturingssysteem.
- Dataopslag via cassettebandjes.
MSX-2
- Gebaseerd op de Z80-processor
- Op het scherm konden maximaal 256 kleuren tegelijk worden weergegeven
- Net als bij MSX-1 waren er hardware-‘Sprites’, maar nu met meer kleuren én meer tegelijk.
- Maximale schermresolutie van 512 bij 212 pixels
- Maximaal geheugen 128 Kb RAM, waarvan een deel werd gebruikt voor het eigen besturingssysteem.
- Dataopslag via cassettebandjes of via diskdrives (3,5 inch-diskettes, van hetzelfde soort als ook voor de PC gebruikt werden). Philips bracht enkele MSX-modellen uit die zelfs met twee diskdrives waren uitgerust.
Software
Een computersysteem valt en staat bij de beschikbaarheid van software. In tijdschriften verschenen programma-listings, geschreven in BASIC. Die moest je dan zelf overtypen. Een heel karwei, maar als je goed oplette tijdens het typen kon je er ook heel wat van leren. Door software-huizen werden ook officiële spellen uitgebracht, op diskettes of cartridges die in een ‘slot’ van de computer geschoven konden worden. Ook werd door het softwarehuis Opera het pakket ‘Ease’ uitgebracht, een grafische omgeving, muisgestuurd, waarmee je programma’s kon starten. Het pakket voorzag ook in een tekstverwerker, spreadsheet- en databaseprogramma. Een soort ‘windowsachtige’ omgeving, maar dan niet van Microsoft.
Eigen software
Het gebruik van software van anderen is natuurlijk leuk – maar het zelf programmeren nog veel leuker. Ik begon met het programmeren in BASIC (Beginners All-purpose Symbolic Instruction Code), een eenvoudige programmeeromgeving die was ‘ingebakken’ in de MSX. BASIC was prima om mee te beginnen, maar al snel liep ik tegen beperkingen aan, vooral de snelheid. Voor mij een reden om me toe te gaan leggen op programmeren in Assembler, een programmeertaal die erg dicht tegen de machinecode aanligt. Meer werk, ingewikkelder, maar het leverde de gewenste snelheid op. En, gezien mijn achtergrond in het basisonderwijs, ging ik aan de slag, vooral met educatieve programma’s: rekenen, taal, topografie. Allemaal te besturen met de computermuis (en/of het toetsenbord).
Verkoop eigen software
Het maken van eigen programma’s, die ook op die ene computer op de school waar ik werkte gebruikt werden was al heel leuk. Maar zouden ook anderen geïnteresseerd zijn? Ik ging op zoek. Internet was nog niet beschikbaar, maar er bestonden verschillende ‘Bulletin Boards’ (BBS). Hier kon je op inbellen, kijken of er bij de betreffende BBS berichten voor je waren én je kon soms leuke programma’s downloaden. De BBS ComNet sprong in op de mogelijkheid om betaalde software aan te bieden en ze zochten nog naar leuke, interessante programma’s. Een mogelijkheid die ik met beide handen aangreep.
Tientallen van mijn programma’s (bijna allemaal educatief en voor de basisschool) zijn hier betaald aangeboden, de opbrengst ging voor een deel naar de BBS, maar als auteur profiteerde ik uiteraard mee. ComNet hield helaas op te bestaan en ik verlegde mijn programmeer-activiteiten naar de PC. Wie nog in educatieve software voor de MSX is geïnteresseerd, de meeste van mijn programma’s heb zijn inmiddels gratis te downloaden vanaf https://www.msx.org/downloads/games/educational. Op die site vind je overigens nog heel wat meer MSX-materiaal. (Ik heb overigens geen banden met die site, behalve dat ik het zelf leuk vond dat mijn software daar kon worden gedownload.)
Gebruik van een MSX-computer
Er wordt al jaren geen nieuwe MSX meer gemaakt, toch is er nog steeds een grote groep liefhebbers van dit systeem en door hen worden de oude modellen nog in ere gehouden. Ik heb er ook nog eentje staan, een van de ‘modernere’ MSX-2 modellen, de Philips NMS8280. Deze had maar liefst twee diskettestations én de mogelijkheid om videobeelden vast te leggen. Ook tweedehands kun je nog wel aan een MSX komen.
Emulator
Voor wie niet wil investeren in de oude hardware kan ook gebruik maken van een MSX-emulator. Dat is een programma dat op je PC een MSX-computer ‘nadoet’. Er bestaan verschillende MSX-emulatoren. Eentje die ik zelf mooi vind is Bluemsx. Deze emulator is te downloaden vanaf http://bluemsx.com/, en draait op de meeste Windows-versies.
Heel interessant artikel, zelfs al een beetje geschiedenis, Hans. Leuk geschreven.
Boeiend en wat gaat deze wereld snel.