Kaarsen geven gezellige lichtjes in huis en zorgen voor nog meer sfeer. In de winkels zijn kaarsen in allerlei soorten en maten te koop, maar waarom zou je ze niet zelf proberen te maken? Het is helemaal niet zo ingewikkeld, en bovendien is het een mooie manier om alle restjes van oude kaarsen te hergebruiken.

Twee soorten

Globaal gesproken heb je twee soorten kaarsen: dompelkaarsen of vormkaarsen. De naam zegt het al, de ene soort maak je door de lont heel even in kaarsvet te dompelen. Laat dit afkoelen en dompel opnieuw kort in het kaarsvet. Bij elke dompeling blijft er een dun laagje kaarsvet kleven. Je gaat hiermee door tot je kaars de gewenste dikte heeft. Let erop dat je bij de dompeling de kaars niet te lang in het vet houdt, want dan smelt het laagje er weer vanaf.
Bij vormkaarsen gebruik je een vorm, waar het gesmolten kaarsvet in wordt gegoten.

Wat heb je nodig

• Je kunt kaarsen maken van bijenwas, maar in de meeste gevallen zul je paraffine gebruiken of stearine. Paraffine is een aardolie-product, stearine is gemaakt van dierlijk vet. Paraffine en stearine kun je ook door elkaar gebruiken.
• Pak je het professioneel aan, dan zijn er speciale kleurstoffen in de handel die je kunt gebruiken voor het kaarsen maken. Ook heb je wasstiften en dergelijke, waarmee je de buitenkant van je zelf gemaakte kaarsen verder kunt aankleden. Met speciale kaars-geuren kun je ook een lekker geurtje aan je kaars toevoegen.
• Lont. Zeg maar het touwtje dat in de kaars zit. De lont wordt ook wiek of pit genoemd. Het is geen gewoon touw, maar speciaal geprepareerd voor gebruik in kaarsen.
• Grote pan met water, die je op het fornuis of op een gaspit kunt verwarmen
• Kleinere pan of bak, waarin je de was kunt smelten.
• Aanpakkertjes: het wordt allemaal erg heet!
• Vormen
• Er zijn ook speciale smeltpannen in de handel die bij het kaarsen maken worden gebruikt.

Waarschuwingen

• Kaarsvet wordt erg heet, je kunt je gemakkelijk branden.
• Pas op met kleine kinderen
• Verwarm nooit kaarsvet rechtstreeks op een gaspit of fornuis. Het kaarsvet kan dan gemakkelijk te heet worden waardoor er ontbranding kan plaatsvinden. Met de pan water kun je de smeltpan au bain-marie verwarmen.

Vormen

In de handel zijn diverse vormen te krijgen die voor het kaarsen maken bedoeld zijn. Maar je kunt ook andere vormen gebruiken, zoals blikjes, potjes, e.d. Let er op dat niet alle materialen tegen grote hitte bestand zijn en soms kunnen breken, barsten of zelfs uit elkaar kunnen spatten

Voorbeelden van wat kaarsvormen

Speciale kaarslont (of: ‘wiek’ of ‘pit’)

Kaarsvet

Als je zelf met kaarsen maken gaat beginnen is het slim om dat in je omgeving eens rond te vertellen. Heel wat vrienden en familieleden branden thuis kaarsen en zullen graag de restjes voor je bewaren. Dat scheelt in de aanschaf van grondstoffen, en zorgt er bovendien voor dat je de beschikking krijgt over allerlei verschillende kleuren.

Verzameling van restjes kaarsvet, klaar voor hergebruik.

Maak je kaarsen

• Kies de gewenste mal. Lichtjes insmeren met bijvoorbeeld olijfolie zal straks de kaars gemakkelijker uit de vorm doen komen.
• Kies de juiste lont. Voor een dikke kaars gebruik je een dikker lont dan voor een dunne kaars.
• De mal staat omgekeerd, dat wil zeggen dat de uiteindelijke onderkant van de kaars nu boven is.
• Haal de lont door de vorm. De lont steekt aan de onderkant uit, zodat je na afronding van je kaars een lontje hebt waaraan je de kaars kunt aansteken. Zet de lont vast, zowel aan de top (die nu onder is) als aan de kaarsbodem (die nu boven is).
• Smelt het kaarsvet, welke kleur je kiest is afhankelijk van je materiaal én je voorkeur.
• Let erop dat je schoon werkt. Druppels kaarsvet komen gemakkelijk overal terecht, maar laten zich minder gemakkelijk verwijderen.
• Giet het gesmolten kaarsvet heel voorzichtig in je mal. Dat hoeft niet in één keer, je kunt ook steeds een beetje bijgieten. Dan kan eventueel met andere kleuren. Experimenteer hier maar wat mee.
• Als het kaarsvet harder wordt ontstaan er kuiltjes. Prik wat gaatjes rond de lont en vul het gat weer op met nog wat gesmolten kaarsvet.
• Laat nu alles helemaal afkoelen. Een gestolde kaars is nog geen afgekoelde kaars, je zult wat geduld moeten hebben.
• Keer de vorm om en haal de kaars uit de vorm. Als de kaars niet voldoende is afgekoeld is deze nog niet voldoende uitgehard en zul je ‘m er nog niet uitkrijgen. 

Wat voorbeelden van gegoten kaarsen: