Pindakaas is bij ons een populair broodbeleg, Jaarlijks peuzelen we vele boterhammetje met deze geurige spijs. De winkels liggen vol met allerlei varianten, sommige mét, andere weer zonder kleine stukjes noot er in. Pindakaas is geen ingewikkeld product, je kunt het ook lekker zelf maken. Je eigen pindakaas, dat is een goed idee!
Pindakaas, een stukje historie
Het klinkt erg Nederlands, pindakaas. Toch is pindakaas geen Nederlandse uitvinding. Voor de herkomst van pindakaas verplaatsen we ons een dikke honderd jaar in de tijd en een paar duizend kilometer hier vandaan. In 1893 ontdekte Dr. John Harvey Kellogg de pindakaas, min of meer bij toeval. Kellogg maakte pindaolie en hij vroeg zich af of hij met de overgebleven pindapulp nog wat anders kon bedenken. En jawel, met een beetje pindaolie kreeg je een heerlijk smeerseltje voor op je boterham. Mocht je bij de naam Kellogg eigenlijk een heel andere associatie hebben, dan klopt dat. Kellogg bedacht niet alleen de pindakaas, maar hij is nog veel bekender geworden als de bedenker van de cornflakes, een heerlijk ontbijtproduct.
Kaas?
De naam pindakaas is wat verwarrend, want in pindakaas zul je geen spatje kaas aantreffen. Dat heeft allemaal te maken met de wetgeving op het moment dat het product bij ons in 1948 op de markt kwam. In Amerika had het product de naam peanut butter gekregen, maar de aanduiding ‘boter’ was bij ons gereserveerd voor echte roomboter. In navolging van de benaming leverkaas, waar je trouwens ook al geen spatje kaas in aantreft, werd gekozen om voor het pinda-smeersel de naam pindakaas te introduceren. Als je in het buitenland komt en de naam letterlijk naar een andere taal vertaalt zul je dus vreemde blikken krijgen en kun je beter kiezen voor een vertaling van pindaboter.
Gezond en lekker
Pinda’s, net als veel andere noten, zijn gezond. Ze zitten vol met vitamines, onverzadigde omega-vetten en mineralen. Hierdoor zijn ze goed voor hart en bloedvaten. Daarnaast hebben de onverzadigde omegavetten een prima effect op het verlagen van het cholesterolgehalte. Dat maakt pinda’s niet alleen lekker, maar ook erg gezond. Er is één kanttekening te maken. Sommige mensen blijken erg allergisch te zijn voor pinda’s en andere notenproducten. In dat geval moet je helaas de pindakaas aan je voorbij laten gaan.
De ingrediënten
Het hoofdbestanddeel van pindakaas is, uiteraard, pinda’s. Sommige soorten pindakaas hebben een zoetere smaak, andere zijn duidelijk smeuïger van substantie. Het geeft maar aan dat de ene pindakaas een iets andere samenstelling heeft dan de andere. Wil je echt zeker zijn van de ingrediënten die voor de pindakaas worden gebruikt, dan is er maar één oplossing: je kunt de pindakaas zelf maken. Gelukkig is dat niet al te ingewikkeld.
Hoeveelheden voor je eigen pindakaas
De hoeveelheid pindakaas die je gaat maken hangt natuurlijk af van de hoeveelheid pinda’s die je wilt gaan gebruiken. Stel je hebt zo’n 500 gram pinda’s tot je beschikking, dan heb je de volgende zaken nodig:
- 500 gram pinda’s
- Zout
- Suiker
- Enkele eetlepels notenolie. Bijvoorbeeld pindaolie (arachideolie), walnootolie of amandelolie
- Een blender
- Lege potjes, om de pindakaas in te kunnen doen.
Je vraagt je waarschijnlijk af of dit nou alles is. Jazeker, zo simpel kan het zijn.
Aan de slag
Om te beginnen doe je pinda’s in de blender. Om te voorkomen dat de blender te heet gaat worden doe je dat steeds met hoeveelheden van twee of drie lepels. Je mixt dit alles tot een mooi glad mengsel, samen met een eetlepel olie. Het kan even duren voor alles is fijngemalen en de blender kan hierdoor warm worden. Als dat zo is, dat las je even een korte pauze in voor je weer verder gaat. Heb je een mooi glad mengsel, dan proef je even. Vind je het mengsel nog niet smeuïg genoeg, dan doe je er nog een eetlepel olie bij. Je voegt zout naar smaak toe. In de pindakaas die je in de winkel koopt is vaak ook een hoeveelheid suiker toegevoegd. We gebruiken over het algemeen teveel suiker in allerlei producten en in pindakaas is de suiker niet noodzakelijk. Omdat smaken nu eenmaal verschillen kun je eventueel ook wat suiker naar smaak toevoegen.
Pindakaas met nootjes
Sinds een aantal jaren is er ook pindakaas met kleine stukjes noot in de handel. Een lekkere variant, waarvan je je afvraagt waarom die er niet vanaf het begin was.
Ook deze variant is heel eenvoudig zelf te maken. Voeg hiervoor op het eind nog wat pinda’s aan je mengsel toe en laat de blender nogmaals zijn werk doen. Dit keer meng je niet al te lang, zodat de pinda’s die je net hebt toegevoegd nog niet volledig vermalen zijn.
Nu ben je klaar en heb je een heerlijke pindakaas mét stukjes noot geproduceerd. Je brengt het mengsel nu over in klaarstaande potjes, die je uiteraard van tevoren grondig hebt schoongemaakt. Eventueel plak je er nog een zelf ontworpen etiket op. Je bent klaar, je hebt je eigen pindakaas gemaakt. Dan kan nu het grote smullen gaan beginnen!
Heel goed blog.
Ik maak het regelmatig, maar dan in kleine hoeveelheden, meestal voor een week. Ik eet het vrijwel elke dag.
Suiker en zout voeg ik nooit toe, beetje olie maar dat is afhankelijk van het vetgehalte van de pinda’s.
Zelf gebruik ik een staafblender, wel even een servetje gebruiken anders vliegen de stukjes je om de oren 🙂
Een verstandige voorzorgsmaatregel 🙂
Leuke tip! Vast gezonder dan de pindakaas uit fabrieken. Let wel op, want niet iedere blender kan het aan om nootjes te blenden.
Goed om daar op te letten inderdaad!
Ga ik uittesten want hier staat al lang hoge dnelheidsblender klaar maar door omstandigheden nog niet van gekomen😂
Succes met het uittesten!
Dat is inderdaad eigenlijk heel simpel. Ik eet het niet vaak, maar zo af en toe is het gewoon erg lekker. Dus dank je wel voor deze tip!
Graag gedaan, en smakelijk!